Lessen uit de jaren 60
Emancipatie van het materiaal
Sinds het begin van de jaren 70 speelt de figuratie van het materiaal zelf een centrale rol in mijn werk. Dat kwam voort uit een behoefte aan beelden zonder bijklank of dubbele bodem.
De dingen in hun eigen waarde laten, in evenwicht met zichzelf. Geen hiƫrarchie.
Dit leidde tot werken die letterlijk dicht bij de hand liggen.
Eigenschappen van papier, vouwen, kreuken, in relatie tot de mengbaarheid van verf, potlood, krijt, als onderwerp.
De relatie tussen materialen en vormen.
Concrete, heldere beelden die voor zichzelf spreken en niet meer vertaald of verklaard hoeven te worden.
Het is wat je ziet.
Het werk bevrijden van tijdelijke emoties, over de tijd tillen.
Er is een grote vrijheid in materiaalgebruik ontstaan.
Ik maak beelden zonder beeldhouwer te zijn, gebruik verf zonder schilder te zijn.
Ik hou van beelden die voortkomen uit onderzoek, materiaalproeven, kleurstalen, experimenten.
In dit gebied ontstond veel verschillend werk, waarbij de geometrische vorm als drager dient voor de eigenschappen van het materiaal.
Maria Van Elk, 1986
|